Weissburgunder (Pinot Blanc)
Als oervorm van de Burgunderdruiven geldt de Spätburgunder, alias Pinot Noir. De Grauburgunder (Pinot Gris) is een lichte knopmutatie van deze blauwe Spätburgunder, terwijl de Weisser Burgunder (Pinot Blanc) als een verdere mutatie daarvan beschouwd kan worden. Tot aan het begin van de rijping van de druiven is er nauwelijks verschil te zien tussen deze drie Burgunderrassen. Pas bij toenemende rijpheid ontwikkelen zich de kleur van de druif en de geur- en smaakcomponenten ervan.
De eisen die Weissburgunder aan bodem en klimaat stelt, duiden op verwantschap met de Spätburgunder. Deze eisen zijn hoog. Het best voldoen warme, diepe en krachtige bodems, evenals droge en warme locaties. Het ras is makkelijk te telen en kan door een lange rijpingstijd hoge mostgewichten bereiken.
Wijnspijs combinaties met weissburgunder
Elegante, droge Weissburgunders met frisse zuren en fijn fruit zijn ideale eetwijnen. Het gamma reikt van lichte zomerwijnen tot krachtige droge Auslese. Weissburgunder is niet al te alcoholisch en bezit een beschaafd aroma dat vaak doet denken aan groene noten, appel, peer, kweepeer, abrikoos, citrusvruchten of verse ananas. Een medium body en een aangenaam frisse zuurgraad maken hem veelzijdig inzetbaar aan tafel, bijvoorbeeld bij zeebanket, vis, kalfvlees, varkensvlees en gevogelte. Goed gekoeld is hij ook heerlijk als terraswijn. Extractrijkere versies, al dan niet met barrique, passen ook bij lam of jong wild.